je denkt het gaat goed.
je denkt het gaat super.
maar plots was dat allemaal voorbij.
want toen kwam jij.
je verpeste mijn leven.
ik dach jou alles te kunnen geven.
maar je zal nooit alles nemen.
enkel was je bezig met je zelf.
egoistisch was je, behoorlijk zelfs.
ik me zelf er de schuld van.
ik dacht ik hbe je tot zo gebracht.
maar het was jij, die al die dingen zei.
nooit aan mijn gevoelens gedacht.
alsof je die zelf nooit hebt gehad.
jij bent diegeen die het heeft gedaan.
daarom ben ik ook weggegaan.