Want jij kan mij niet zeggen
en jij weet echt niet hoe
Maar in het sterrenduister
valt de waarheid als druppels
op jouw lippen en jouw tong
laat niet meer los, zij draait
en keert tot alle woorden
vloeien, mij weten te boeien
jouw waarheid in mijn oren
de woorden uit jouw mond
ze weten mij te boeien
tot aan de ochtendstond
Maar bij de dageraad
is alles anders, en alles
lijkt zo vreemd. De lucht die
ons die nacht in hartelijke
sferen omarmde met kracht
is koud, jouw tong vlijmscherp
ze draait niet meer, en ook de
woordenstroom, de waarheidsdroom
is weggevaagd. Ons leven weer als
vroeger, koud en kil. De woorden
stromen nog maar zijn niet meer.
De waarheid is verdraaid.