Ik dobber
Ik verlang naar zoete woordjes.
De quoi avez-vous besoin ?
Voulez-vous coucher avec moi ?
Mais non, dites-vous
Je souffre une grande douleur! (impotentie)
Ik niet, denk ik dan. Want ik
heb geen enkel idee hoe ik
je moet vertellen dat ik drijf.
(Ik dobber in een zee; In een grote
plas van tranen, afzonderlijk
twinkelend in de lentezon.
De bleke draden om mijn lichaam,
het korte haar dat steevast blijft
liggen in de storm, kwijnen weg)
Maar dat soort dingen schrijven alleen
mensen die de wanhoop nabij zijn,
en enkel kunnen dromen van zwarte
gaten (in hun sokken).