opeens komt het.
je kan het niet meer tegen houden.
je bent bang en verbaasd.
je dacht het kwam toch niet met zo'n haast.
je kan het niet aan je voelt je depri, bang verbaasd.
het kan je niet altijd mee zitten. maar het zit me haast nooit mee.
je bent bang, want wat is het volgende dat gaat gebeuren.
deze wedstrijd heb je weer verloren. maar de volgende hoe gaat die?
dat weet vast iemand maar wie? je hebt geen zin in de volgende dag.
altijd maar perse met een lach. maar je verwacht dat het goed komt.
voordat de zon weer opnieuw opkomt? wie weet. vergeten wil je alle dingen die je niet zint.