Een vader.
Een vader die er altijd voor haar was.
Een vader die alles voor haar deed.
Een vader die zoveel van haar hield.
Een dochter.
Een dochter die altijd met hem mee wilt.
Een dochter die zo trots op haar vader is.
Een dochter die zoveel van hem houdt.
Een reis.
Een reis anders als de reizen die hij vaker maakte.
Een reis en zij mocht niet met hem mee.
Een reis zonder terugkomst.
Een lege plek.
Een lege plek aan tafel.
Een lege plek op de bank.
Een lege plek in haar leven.
Een vader is hij voor haar geweest, zoals een vader vader moest zijn.
Een dochter is zij nog steeds van hem.
Een reis die hij heeft gemaakt ooit zal ze hem volgen.
Een lege plek die altijd in haar leven zal zijn.