Sprakeloos
Woorden drogen op in mijn mond.
De gedachtestroom stokt in het hoofd.
Mijn voeten, vastgenageld aan de grond.
Ben verdoofd, beroofd. De tijd staat stil.
Overrompeling. Zonder gehuil, gejammer of gegil. Verschrompeling tot een oude bruine schil.
Sprakeloos. Onheilspellend. Broos.
De kleine boodschap is te groot.
Het woord is dood.