de hyacint bedwelmt me zonder geur te verspillen
in deze nacht is verspilling tolerant
ondergeschikt aan het doel
want ik mijmer niet zonder bewuste uitkomst
geen melancholisch gebrabbel meer
een wereldvrouw te veinzen
is niet meer zo moeilijk als in het verleden
ik ben er immers een in opleiding
ik ben geen roos, ik heb geen doorns;
een slap aftreksel van een metafoor
onorginaliteit kan ik slecht verdragen,
zoals mijn eigen tekortkomingen
mijn woede is reeds gestild in mijn eigen wil,
nu nog in het heden
ik vertrap je met duizend voeten.
ware ik niet te onbekommerd