De zon schijnt op mijn huid
De wind aait mijn gezicht.
De knoppen komen uit
De vogels zingen luid.
Toch voel ik niet de zon die mijn huid verwarmt
Noch de wind die mijn gezicht teder streelt
Ik zie niet de jonge knopjes van de bomen
Of hoor het geluid van de lente zang der vogels.
Maar ik voel wel een koude leegte.
Als ik stelletjes zie gaan
Want jij bent hier niet aan mijn zij
Jij bent ver van mij vandaan
Maar ‘s nachts in mij dromen
Voel ik jouw tedere hand over mijn gezicht
Ik zie de maan en de sterren stralend schijnen
Ik hoor de zee niet ver van ons liefdes nest
Overdag zie ik wel je foto
Maar in de nacht voel ik je hand
Ik kan niet bij je zijn bij dag
Maar des te meer ben ik bij je in de nacht.