Mijn gevoel is verrot.
Mijn hersens kapot.
Wat kan ik nu nog aan ?
Zoveel aan de hand.
Mijn ziel dat brand,
Wat moet ik nu gaan doen ?
Ik maak lol om het niet te laten zien.
Zou het lukken misschien?
Met wie kan ik nog overweg?
Mijn hard brand in woede uit.
En doet dat zonder geluid.
En tog is het weg dat huid.
Wand waar zou ik heen kunnen gaan.
Nu tog niemand niemand die van me houd.
Mijn leven is naar de maan.
En tog heb ik een hardje van goud.
Ik zie diepe gangen.
Midden in de nacht.
Ik ga in allen vallen.
Niemand die op me wacht.
Niemand die op me wacht.
Dus bewaar ik alles voor mij alleen.
Nergens kan ik namelijk nog heen.
Dat hardje dat van alles leed.
Noch niemand die iets van me weet.
Nooit iemand die iets van me weet.