Geveerde varens
wuiven
verstard
verdronken zonneglanzen
in duister aardediepten
een spoor van leven dat
onnut was op
zichzelf
maar ander leven heeft
gewekt
tot aan het eind
van de spiraal
waar ik nu sta
het hart vol
heimwee en
met open hand
die poogt te grijpen
’t licht dat druipt
doorheen
geveerde varenpalmen