Het licht gaat uit,
de tijd remt z'n kracht.
Maar ik hoor elk geluid,
ogen wijdopen,m'n ziel die lacht.
Ik vond een plek,
afgezondert van de rest.
met een hemelshoog hek,
die me scheidt van oorlog,das het best.
In jouw wereld komt werkelijkheid boven,
dus neem je mee naar fantasie.
Het is haast niet te geloven,
dat kogels de lucht versieren,
als ik het goed zie.
Ver is de weg naar fantasie niet,
want we leven op een bol van hopen en dromen.
Laat mij niet de eerste zijn die het ziet,
dat de wereld ooit een betere bol was,
in de tijd van planten,bloemen en bomen.
Lijm toch eens eindelijk die gebroken wereld.