De stilte kroop haar in de vingertoppen
en dat laatste zuchtje adem
zocht een weg langs haar felrode lippen
sterk was ze geweest
voor anderen
ze droeg een stukje van iedereen met zich mee
maar ze kon zichzelf niet meer dragen
Elke traan voelde loodzwaar aan
en elke dag was een ontgoocheling
Waarom kon de nacht haar niet gewoon meenemen
Maar dan opeens
Haar ogen gesloten
en haar haren zouden nooit meer glanzen in de zon
Het enige wat ze kon doen, was haar vleugels gebruiken, en als de zon haar warmte aan iedereen schenken
en ze zou ergens zijn, waar haar tranen niet meer zouden vallen..