Ik zit nu hier op mijn zolder uit mijn raam te gluren,
Kijken of ik een glimp op kan vangen van jou en niet van de buren.
Want jij liep hier net voorbij, en ik wou naar je toe,
Alleen ik durf niet, ik word van mij zelf wel moe.
Mijn pa en ma zeggen dan kom zet de eerste stap,
Alleen ik durf het gewoon niet, jij vind het vast een domme grap.
Maar ik moet het toch eens vertellen, wat ik voor je voel,
Want anders moet jij ook maar raden wat ik bedoel.
We gaan samen naar een festival en op kamp,
Als ik zo verder ga wordt dat vast een ramp.
Maar elke keer als ik bij jou ben, dan voel ik me zweven,
Ik sta dan te schudden en begin spontaan te beven.
Weer kijk ik uit het raam, ik zie jou staan,
Zou jij mij ook zien, ik weet het niet, ik moet nu gaan.