Donkere straten, niet verlicht.
Zomaar verlaten, als een eindeloos gedicht.
Duizende huizen, waar niemand woont.
Honderden kruizen, die de dood hebben gekroond.
Levenlose wegen, leiden tot somberheid.
Wat doe je er tegen, in deze treurige eeuwigheid.
Geen gelach, van mensen die er toch nog zijn.
Enkel tranen, van verdriet en pijn.
Sombere dagen, zijn alles wat ik zie.
Verwelkte bloemen, rijken tot mijn knie.
Laat dit een droom zijn, en niet echt.
Want dit is, waar ik tegen vecht.