Ik was er voor jou.
Toen je niemand had.
Altijd stond ik klaar.
Toen iedereen je vergat.
Ik kon met je praten.
Jij met mij.
We konden samen lachen.
En ook serieus zijn.
De verandering kwam.
Toen de scholen dat deden.
Vindt je het niet raar, de je me opeens vergat?
Opeens werd je anders.
Je paste je aan.
Ik weet niet waarom.
je deze verandering hebt ondergaan.
Raar gedrag.
Ander accent.
Heel erg anders.
Dan ik was gewend.
Weet je, toen je weg was,
heb ik je wel gemist.
Maar niet zo als vroeger.
Omdat ik nu uit jou hoofd ben gewist.
Jenn, ik was er voor je.
Nu ben je er niet voor mij.
Geen interesse toon je.
Dan is het echt voorbij.
Je bent nu nog verder weg.
Dan toen je in Colombia zat.
Je bent nu echt weg...
Hoewel ik het nog maar nauwelijks bevat.