Ik ben op zoek naar een boek van
achtentachtig bladzijden. Ik graaf diep, ik
speur in oude magazijnen naar verscheurde,
versleten en opengereten bundels van oud papier.
Maar dan echt achtentachtig, vanaf het eerste woord
tot het laatste, dus niet met de index en het dankwoord.
Ik klamp me vast aan de uren van een dag,
de secondes
krioelen.
De minuten schuren langzaam.
(Jij durft! Wegwaaien en
met de meeste minachting achterom
kijken naar de ravage op de lakens)
Dat boek moet gaan over een meisje.
Een meisje zonder begin en zonder eind,
waar ze in haar melkglas wasemend
naar een tussenstuk snakt.