Ik wil alleen zijn,
met mij pijn.
Die pijn die mij zo veward,
nu ben ik meschien wel te hart.
Maar ik ben nu liever alleen,
en wil niemand om me heen.
Ik word gewoon gek van die verdomde pijn,
en voel me verloren en zo klein.
De strom in mijn hart,
de pijn die mij zo verward.
Ik weet ik kan het echt niet alleen,
maar waar moet ik toch heen.
Zeg me waar moet ik heen,
voel me zo nutteloos als een steen.
Ik zal moeten lijden of ik wil of niet,
met mijn pijn,angsten en verdriet.
Ik zal het moeten acepteren,
en ja ik zal da zeker meten leren.
Maar het enige wat ik wil is alleen zijn,
want als ze me zien vind ik niet fijn.
Ik schaam me gewoon,
en dat is mijn veriende loon.
Daarom wil ik ergens heen,
en dan echt alleen.
Of toch niet,
ik weet het niet.
Ik weet wel nu wil ik wel alleen zijn dan,
maar dat is ook wat nu kan.
Me man ligt te slapen,
dus kan ik de rust zien te rapen.
Dus nu even niks om me heen,
en ben ik nu lekker alleen.