De vingers strelen het donker van de nacht,
de geest des vuur's die je pijn verzacht,
kreunt liefdevol de haat,
voordat de laatste hoop je lichaam verlaat.
_
In het midden van de eerbied,
smelten twee lichamen tot een,
er klinkt een langzaam, klagend lied,
en de bol van ijs verscheen.
_
De nerven van het leven,
pompen de modder door je lijf,
kan je geen kracht en zin meer geven,
langzaam word je koud, en stijf...