Jij Alweer
Ik zie je zitten op het balkon,
Je glinsterende oogjes door de zon.
En een stralende lach,
Op zo’n prachtige dag.
Je haren glijden door de wind,
’t Is net alsof ik me naast je bevindt.
Zo ver weg en toch dichtbij,
De fluisterende woorden die ik zei.
Schat, je bent zo lief, das niet gelogen,
Jij bent de ene die me mijn hart heeft afgenomen.
Stukje bij beetje, steeds iets meer,
Maar ik blijf van je houden, keer op keer.
Wat ik je duidelijk blijken laat,
Dat ik hoop, je mij niet verlaat.
Want moeilijk wordt het voor mij, lief,
Als jij niet meer bij me bent, mijn hartendief........