U was mijn rots,
wanneer ik het moeilijk had.
Gaf mij weer moed,
als ik deze niet bezat.
U had altijd antwoord
op mijn vele vragen.
Er was nooit iets teveel,
nimmer hoorde ik u klagen.
Het noodlot sloeg toe,
het gebeurde heel plotseling.
U werd getroffen
door een hersenbloeding.
Er brak een tijd aan
van angst en verdriet.
Van verwarring en ontgoocheling,
want u verdiende dit niet.
Nu na vele maanden
komt de harde waarheid pas.
Niets zal meer zijn,
zoals het vroeger was.
Papa, ik mis onze gesprekken,
maar toch dank ik God elke dag.
Dat ik ondanks al het leed,
nog steeds van u genieten mag.
Uw dochter Judy