Geslagen en geslagen worden
Je verbergt je gezicht achter
je gouden korte lokken. Je gelooft niet
dat de wereld kan bewegen zonder
enig geluid. Je stampt zo hard als je kan
op het drassige gras (het water spat op).
Je bent me verloren. Je raakte me kwijt in
een onbevangen moment van schuldgevoel,
bang voor mijn felblauwe ogen die
zo goed kunnen zeggen wat ik denk.
Ik zal je vergeven en weer vergeven.
Alleen vandaag kan ik het niet. Ik zou
je het liefst willen slaan.