Jij die dit leest die vraagt zich af:
"Wat schrijft 'ie nou alweer, die maf"
Met veel gerijm en pit zal ik je zeggen...
Dat ik niet opgeef, ik sta niet stil,
Voordat je weet wat ik zeggen wil
Dit punt valt met geen woorden te weerleggen
Ik weet dat je mijn vuur niet deelt,
Al heeft me dat toch lang gekweeld
Toch is het niet hetgeen dat ik verlang...
Jouw schoonheid geeft mij alle kost,
Die mij van jouw wantrouw verlost
Ik wil je pracht en praal in het gevang
-+-
En als ik dan het doek bestreel
Je glimlach eer met een penseel
Vergeef me dan dat ik soms even zucht
Mijn gekte is een vloek voor mij
Al geeft het vele gaven vrij
'De liefde' is voor mij gebakken lucht
-+-
De stumper die jouw snoetje ziet
Die weet het ook verdomme niet
En ik leef mee, want jij, je bent zo fel...
Maar des te mooier maakt het jou
Elk hart dat samenkrimpt van kou
Ik dank je voor de kommer en de kwel
Want als je niet zo was geweest
Was jij het niet die dit nu leest
Was ik het niet die dit ooit heeft geschreven...
Ik houd van je zoals je bent
Al ben je soms een kleine krent
Ik wou dat ik je wonderen kon geven
-+-
Want toen ik eens mijn potlood nam,
Toen bleek mijn mooiste gave lam
De gedachte aan je werd teveel voor mij
Dus al mijn werken zijn niet meer,
Ten bate van mijn hartezeer
Ik laat je los, mooi vlindertje, wees vrij...