Er waren bloemetjes,
er was muziek,
de tafel stond vol eten,
de gasten waren er..
maar de ziel ontbrak.
Er was de feestkledij,
de geblonken schoenen,
de gepoetste auto's,
kaarsen op de tafels,
maar de ogen keken brak.
Er was het hé hoe is het,
Die is nog al gegroeid,
oh volgt zij dat,
dan zal ze kunnen studeren
en de kussen op de wang.
Er was het voorgerecht,
zalm met coctail en crevet,
de soep op basis van room,
Het licht roze vlees,
dat was de derde gang.
Na mijn vierde glaasje wijn,
telkens in een teug gedronken
wilde ik daar niet meer zijn.
Ik keek naar haar en zei:
" Weet je hoe ik naar huis verlang? "
We stonden van tafel op,
kloegen van hoofdpijn,
haastte ons naar de auto
en reden naar een standfrituur.
Daar aten wij elkaar aankijkend
en nog met een houtje stokje
de maaltijd om te vergeten,
rechtop staande tegen de muur.
Wij hebben mekaar, daarna, lang
zeer lang gekust.
En voelden ons in elkanders armen
eindelijk..op rust.