Met jaloezieën nog gesloten ben jij kaarslicht in mijn heuvels laat het zaad ons leven bloeien wanneer liefde gade slaat, hoe wij in tweevoud zullen bloeien
Daar diep geworteld aan mijn zij begeert jouw hartstocht het geluk ons vuur doet deze harten branden nimmer was er iets zo puur, als strelingen van onze handen
Want nu ontkiemd tot rode rozen met de ogen ongeopend, geurt mijn smaak in ochtendwegen waar onze hemel is gelegen naakt in schoonheid op de sprei