Ieder mens heeft zijn gebreken
al zijn die dan ook niet zo fijn.
Want heel vaak is het gebleken
waartoe een mens in staat kan zijn.
Het gaat hier over een klein hondje
een hondje zo men zelden ziet.
Want een trouwer beestje vond je
op de hele wereld niet.
het was een lief en aardig diertje
't was de lieveling van het gezin.
Voor de kinderen een pleziertje
het was Pa en Ma ook naar de zin.
De vakantie was aangebroken
de familie ging op reis.
Maar wat toen werd afgesproken
dat vind ik toch wel meer dan grijs.
Pukkie werd ook meegenomenen
die werd toen vlug en net.
Op een eenzaam plekje aangekomen
zomaar op de straat gezet.
Dat kon Pukkie niet verdragen
in z'n trouwe oogjes blonk een traan.
Hij begon zich af te vragen
wat heb ik nu toch misdaan.
Wat is hier nu toch de reden
Pukkie's droefheid was heel groot.
Hij werd door een auto aangereden
arme Pukkie, hij was dood.
Wie werkelijk nu als mens wil leven
veroordeelt het gebeurde hier.
Want hij die zo ontaard kan leven
staat toch veel lager dan een dier