Samen naar de sterren staren,
Ofschoon dit niet valt te verklaren.
Feesten tot de zon begint te schijnen,
In een flits denk je dat ze nooit meer zal verdwijnen.
Enkele momenten van volmaakt geluk,
Dromen: “Nee, het kan niet meer stuk.”
Een glimlach verschijnt op je gezicht,
Stiekem denk je aan een mooi gedicht.
Even wil je schreeuwen,
Ruik toch aan die bloemen, kijk naar de meeuwen.
Raar dat niet iedereen ziet,
Ach, hoe ik van het leven geniet.
Nooit zal ik kunnen vergeten,
Na enkele jaartjes op deze bol kan ik het nu wel zeker weten
Oh, wat is het leven mooi!
(Geschreven in opdracht voor mijn lieve zus)