Ergens waar het altijd winter is,
Ergens ver weg maar toch zo dichtbij
ontwaakte ze in een besneeuwd bos,
vanaf dat moment wist ze;
ze zal nooit meer vrij zijn
ze volgde vele wegen ,
soms keek ze op naar de maan
uit de barre lucht viel regen
maar ze bleef er staan
terwijl ze daar stond te luisteren,
luisterend naar de vreugde
die werd verbannen door de haat
voelde ze woede opkomen
waarom moet zij zien hoe al haar hoop vergaat?
ze besloot weg te rennen,
ze rende door het witte bos,rennend op blote voeten
stuitte ze op doorns en naalden
die langzaam het bloed uit haar haalden.
toen schrok ze wakker,
haar arm was open gekerfd,
haar kussen was nat van het bloed,
haar lippen waren rood
en ze dacht voor het laatst aan hem,
toen volgde een heerlijk pijnlijk gevoe en de volgende dag was ze dood