Het is leeg
en regent in mij.
Want alle slechte dingen die ik binnenkreeg,
Maken mij niet blij.
Huilen elke dag,
Maar wel als ik alleen ben.
Niemand ziet meer een lach.
Wat is er met haar denkt men.
Iets vertellen doe ik niet,
Niemand hoeft hiervan te weten.
Dat doet me alleen meer verdriet,
Ik sla geen angstkreten.
Alles gebeurd van binnen,
Niemand van buiten die het merkt.
Wanneer zal het geluk beginnen,
Hopelijk snel voordat dit me in de dood werkt.
Hoe kan iemand zoveel pijn lijden,
En zich zo ongelukkig voelen.
Wanneer komen goede dingen aanrijden,
En iemand die me zal schoonspoelen.