De maan kijkt in mijn ogen
maar door de lucht voel ik me bedrogen,
de lucht maakt me zwart
ook al heeft hij een goed hart.
De wolken verdwijnen langzaam
en ik hoor mijn naam,
nog nooit heb ik hem zo gehoord
alsof hij mijn hart doorboord.
De sterren zie ik nog steeds niet
desondanks de lucht hun verliet,
ze zullen ook niet meer komen
want het zijn stille dromen.