De oude hoeve
Vele jaren zijn heen gegaan
sinds ik nog op die plek heb gestaan
De oude hoeve waar ik als kind heb gespeeld
Mij nooit een ogenblik verveeld
De groene poort, het hof, de stallen
Vroeger vol bruisend leven, nu vervallen
Zacht heb ik de deur
achter mij dicht gedaan
In de hoeken weven glimmende spinnen
hun ijle waan
Een zonnestraal zoekt weifelend haar weg
door het gore raam, over een vermolmde eg
In het diffuse licht danst het fijne stof
een futiele dans van vergankelijkheid
Mijn hart is droef, mijn ogen dof
mijmerend over die mooie, volmaakt verleden tijd