achterlangs de gekrompen wensen
hoorde ik tikken, en jij verwensingen schreeuwend
zat rustig aan mijn vingers te likken
krabbend aan zacht, laat lopen, massa
bluste heen en weer de parallellen
bootste plagiaat na ingedamd
door wezenlijke beperkingen maar meer
mogelijkheden
deed nergens de essentie van mischien
uit de omgezwollen doeken
toonde ongeboren
en ook nog zou worden
berenklemde zonder idee
de punten aan al besneden polsen
ontledigde de aardse massa
om gekruisigd te zondigen
en net zo net aan als aanstootgevend
was op vier gebroken pootjes lopen
nog alles wat het kon
intiem zie ik geklonken verbindingen
en de zompige branding aan mij
uitloper van anarchisten
onvolledig overtuigd
twee voltallig min een stuk of een
puriteins onbezoedelde ziel
oftewel laatste hoop
niet loslaten,
nog steeds aan het voortplanten
stropverlossing, knak beseffen aan mijn huig
en ook nog
laatste werktuig