Hij is wit
zijn lippen zijn blauw
zijn ogen zijn leeg
net als hij
hij
hij kan niks doen
want zijn porselein zal breken
zoals het gevoel die hem gek maakt
het porselein dat zo kostbaar is
hij is waardevol
mijn verlangen is zo groot
ik wil zorgen dat het koude
warm word maar
ik ben bang dat hij breekt
zijn lippen scheuren
maar zijn lippen
zo mooi blauw
zo
zo verleidend
ik kan
ik kan niet weerstaan
het blauw dat mijn ogen niet kan weerstaan
ik kus zacht zijn lippen
en hij komt tot leven
de ijskoning
waarvan
het porselein
niet breekt.
de aanraking
kort en krachtig
de kus op zijn voorhoofd
op zijn neus
op zijn beiden wangen
en nog eens op zijn lippen
hij is alles
en hij
hij is warm
hij leeft.
Zijn mooie blauwe ogen
Ik verdronk
bijna.