En moet ik nu geloven dat niets gebeurt
terwijl je weg bent
Dat ik hier, en jij daar
met onze vrije handen geen
extra aanraking veroorloven
terwijl we dromen over hoe we
elkaar tot het uiterste drijven
op een golf van sterren
Bekijk de zon maar, hoe lustig
en hoe vrij ze schijnt, ongebonden
Soms wens ik het ook te zijn,
zo zonder koorden die me houden
aan datgene ik verlang
Maar dan zou ik mijn verlangen verliezen,
terwijl dat mijn vrije keuze isĀµ
Maar je verwacht mij te geloven
dat er niets gebeurt
Geen enkele verandering teweeggebracht
door onze lippen die
elkaar niet weten te beroeren
Mijn hunkeren wordt enkel groter
en mijn gemis steeds meer naar de maan
en de sterren die mij golven
wil ik meer en meer
Droom ik jou meer en meer
tot ik je stem weer hoor
Mijn hart bedaart voor even,
tot ik mezelf opnieuw afvraag
of ik moet geloven dat er niets met ons
gebeurt terwijl je weg bent