De zon komt bijna op
lichtstralen breken haast
door een regen van beweging
slechts tegengehouden
door vrolijke gezangen:
vermoeiende vogels
door de haatdragende gasbol
elke dag
met een nauwelijks dodelijke ergenis
bestraald
Wormen graven
vogels spitten
zo is het leven
Ik hef mijn hoofd en bedenk me de dag;
zo vroeg en verlaten
altijd weer
overnieuw
gevangen
in een koepel van atomen
van blauw tot rood: wit