Mensenwezen
Iedereen heeft er een,
Zo'n piepklein wezen.
Ze zitten opgesloten,
Binnen in zichzelf.
Ze schreeuwen,
Om aandacht, vragen om hulp.
Om zichzelf te kunnen bevrijden,
Van hun celportier.
Kijk eens naar dat wezen,
Zijn ogen, zijn gezicht.
Wat je ziet weerspiegelt,
In je eigen ik.