De levende dode
Hij deed niks,
Zocht niks,
Doolde maar wat.
Hij leefde maar toch was hij dood.
Hij vroeg zich vaak af,
Waarom doe ik niks,
Zoek ik niks.
Zelfs geen vrienden,
Of 'familie'.
Het antwoord was simpel,
Hij had ze al.
Allang gelee gestorven,
In de vergetelheid gestopt.
Hij zocht dus toch.
Om samen te leven,
Met vrienden en familie,
In het eeuwige graf.