Als een eenzame ziel ga ik door het leven,
verdwaald en op zoek slijt ik mijn dagen.
Hopend dat de toekomst me ooit liefde en geluk zal geven,
blijf ik vechten en geef ik de moed niet op.
Mijn schoonheid zit vanbinnen en wil ik delen,
een warme gloed voel ik nu weer groeien diep in mij.
Die warme gloed die ‘liefde’ wordt genoemd,
voel ik elke dag meer en meer bloeien.
Een gevoel voor iemand heel bijzonder,
een persoon die net als een spiegel is voor mij.
Telkens ik met je praat krijg ik hoop,
een verlangen naar toekomst
een verlangen naar geluk.
Liefde kan je echter niet dwingen,
het moet uit het hart komen,
maar als het er is,
zal je’t me tonen?