Wie lust er een lekkere boterkoek
Die gaat al naar de bakker op de hoek
Met een tas of een zakje in de hand
Of als Roodkapje met een rieten mand
Doch wij slapen allen nog rustig door
Snurkend, en dromend zo allen in koor
Want het diepgevroren ligt te rijzen
Om wat goedkoper de kas te spijzen
Daar staat ons mama aan de oven klaar
Met ietwat rood van ei als laatst gebaar
Want zij wilt die koeken mooi warm en bruin
Zo drupt die chocolade van ons duim
Dus lekker thuis de drukke straat niet op
Etend aan tafel met slapende kop
Zitten wij allen samen te peinzen
Wijl we ons koffie naar binnen kleinzen