kouden nachten.
aleen het geluid van de auto's boven me.
niemand die me ziet.
iedereen kijkt door me.
niemand die me wil helpen.
altijd alleen.
niemand die tegen me praat.
ver van huis.
onder een brug.
in de kou...
de regen klettert op de straat stenen.
rillingen van kou lopen over mijn lijf.
tranen van verdriet.
geen eten of drinken.
ik heb geen geld.
stelen om tog nog iets te kunnen eten.
drinken uit een rivier.
waarom waaren jullie er niet toen ik jullie zo nodig had?
dan was het allemaal niet gebeurd.
het was anders geweest.
ik had een gewoon leven gehad.
maar zo is het niet, het is zo en niet anders.
en blijf hopen dat ik een normaal leven krijg,
dat ik mijn ouders na jaren weer zie.
( ik heb het niet zelf meegemaakt ik zag eerst iemand zo zitten en daarvan heb ik dit gedicht gemaakt)