Als een vrolijke vlinder vladerde jij mijn leven in,
Altid vrolijk en met goede zin,
Jij bracht iedereen weer vreugde in,
Maar die dagen zijn nu voorbij,
Nooit kom je meer bij mij,
Nooit zal ik je meer onmoeten,
Waarom zijn wij degene die moeten boeten?
Jij bent weg en komt nooit meer terug,
Wat is er toch gebeurt?
Jij was ziek en ging toen dood,
Ons kaarsje is voorgoed gedooft,
En nooit wordt hij weer aangestoken door iemand waar ik zoveel van ou als van... jou