Zwanenzang: 6 jaar Scheppers
Als ik aan Scheppers terugdenk…
Dan zie ik haar blonde haren
En een uitnodigende glimlach dromen
Ik kan misschien ons lot niet verklaren
Maar zij is één van de geweldige mensen die ik in Scheppers ben tegengekomen.
Als ik aan Scheppers terugdenk…
Dan zie ik die lieve jongen met zijn leuke krulletjes
Die mij leerde opkomen tegen de gemene, eerstejaarse snulletjes.
Samen vormden wij één front
En maakten een wij-zijn-klein-verbond.
(Onze slogan: Hoe kleiner, hoe dapper. Hoe groter, hoe slapper!)
Als ik aan Scheppers terugdenk…
Dan heb ik de behoefte om iemand al huppelend te bedanken
Want daar vond het verloren appeltje haar vreemde sinaas
Of dan heb ik de behoefte om in een donker hoekje te gaan janken
Want mijn tweeling liet me helaas
Achter in dit rumoer, in deze waas.
Als ik aan Scheppers terugdenk…
Dan zie ik ons in de zomer
IJsjes halen op blote voeten
En zie ik mijn lieve dagdromer
Yoga beoefenen en Goden begroeten
Als ik nu aan Scheppers terugdenk…
Dan hoor ik het achterbakse geroddel in de Wc’s en in de gang
En dan zie ik de schijnheilige blikken die mij kruisen
Vroeger maakte dit mij eenzaam en bang
maar nu zijn het slechts nog stemmen en gezichten die voorbij ruisen.
Als ik nu aan Scheppers terugdenk…
Dan denk ik aan het snijden van en in mijn leven
Dan merk je dat mensen vaak doen alsof ze om je geven
Scherpe randjes zijn er aan mijn schoolcarrière
Soms zo pijnlijk dat ik me opsluit achter mijn eigen barrière.
En als ik later aan Scheppers zal terugdenken
Dan zal het voor een laatste keer zijn
Dat ik terugdenk aan de mooiste mensen
Maar ook aan de schone schijn
En dan pas kan ik Scheppers tot mijn verleden wensen.