Pijn,
Onverdragelijke pijn.
Je was ineens weg,
Had je 15 maanden niet gezien.
Ineens,
Stond je daar weer,
Met je blauwe ogen en blonde haren.
Lichtelijk veranderd.
Onverdragelijke pijn was wat ik voelde.
Ik kon niet naar je toe gaan.
Stond verstijfd aan de grond.
M'n hart bonkte in m'n keel,
M'n handen trilden vreselijk.
En nu,
Nu denk ik aan niets anders meer dan aan jou.
Was ik maar naar je toe gegaan...