Voorbij horizonten
varen, steeds dichter tegen
je aan. Terwijl de dagen
zingend zwaaien naar
de levens die wij zijn, in
de nachten die wij dromen
en in de woorden die wij
stemmen met de stilte van
de taal, fladderend over
water, golvend tegen
boot en rots, zoals alleen
wij, liefde kunnen hebben en
alleen wij, elkander stil
omarmen. Zoals alleen wij,
wij twee, wij samen,
over miljoenen jaren, het leven
begaan.