Natuurlijk
ben je heel gewoon,
meer moet dat niet zijn,
een grijze mus tussen de takken
van mijn kale winterse bomen.
Zelfs van zingen als een vink
heb je geen verstand,
Godzijdank,
begrijpt geen ander dan ik alleen
jouw heel merkwaardig gezang !
k Geef je mijn onzichtbare ring
niet voor aan je vinger
maar draag hem aan een liefdeskoordje
verborgen tussen je borsten
zoals ik draag het koperen ros
van al mijn vermaledijde zorgen.
Laat hem vrij bengelen helemaal los
als een schommel net ter hoogte
van wat ik bovenal bij jou bemin,
de warme bons,
helder als ruisend boswater
van je gulle gouden hart.