Vannacht
Wat is er met mij deze nacht.
Het is de maan die zo lief lacht.
Het is de maan die wat zeggen wil.
Opeens word het binnen in mij stil.
Ik zei zacht zeg het me maar.
De maan zei terug, het is echt waar.
Ik vroeg zacht, wat is echt waar?
De maan lachte en zei, kijk daar maar.
Ik keek langzaam de andere kant op.
Opeens stond ff mijn hele wereld op z`n kop.
Wat was daar naar mij toe aan het komen?
Het leek of ik zat te dromen.
Ik kon nog niet zien wat het was.
Toen het bij m`n raam was zag ik het pas.
Het was een briefje.
Met er bij een, vergeet me nietje.
Ik dacht hoe kan dit nou.
Dit is wat ik al zo lang wou.
Ik maakte de brief langzaam open.
Er kwam een kettinkje uitgeschoven.
Als eerste las ik de brief.
Waar in stond, je was altijd zo lief.
Altijd deed je alles voor mij.
Daarmee maakte je me zo blij.
Daarom dit geschenk van mij voor jou.
Omdat ik ziels veel van je hou.
Je zal dit wel liggen te dromen.
Maar ik ben naar je toe gekomen.
Als laatste stond er, veel liefs van je ma.
Geef een kusje aan je lieve pa.
Opeens deed ik mijn ogen open.
En dacht moet ik die droom nu geloven.
Ik keek naast me op me kussen.
En opeens was mijn warmte niet te blussen.
Daar lag het kettinkje en het briefje.
Op de tafel stond het vergeet me nietje
Ik had het dus niet liggen dromen.
Ik vroeg zacht ik me zelf mama wil je nog 1x snel komen.
Toen zei een stem in me, ik kom zo snel als ik kan.
Blij er in de tussen tijd lekker dromen van.