Ik liep laatst op een bospad
In een donker, maar toch licht bos
Zag duizend vrolijke vogels
Ze floten er op los
Ik luisterde naar de klanken
Van dit prachtige gefloten lied
Totdat toen ik wat verder liep
Het koortje mij verliet
Ik kwam midden op de heide
Met extreem vreemde geuren
Zag toen hokken met monsters
Maar mij kon niks gebeuren
Ik voelde me veilig
Onbekend, maar op mijn gemak
Werd verrast door een riviertje
Dat dwars over een weiland stak
Besloot het maar te volgen
En kwam uit ergens in zee
De golven van muziek
Sleurden mij steeds verder mee
Alles leek zo geweldig
Zo fantastisch, ongewoon
Tot plotseling de wekker
Een einde maakte aan deze droom