Zijn wangen zijn helemaal nat
Nat van de tranen die er vloeiden
De avond was nog maar net gevallen
Of de klappen vielen al
Met een riem op zijn rug geslagen
Toen die beruchte val
Zijn hoofd raakte een scherpe punt
Het begon te bloeden
Een zware hersenschudding
Dat was wat ze vermoedden
Zijn wangen zijn helemaal nat
Nat van de tranen die er vloeiden
Niet het pijn van het ongeval
Maar van die ene man
Die zich in het ziekenhuis
Niet eens beheersen kan
Het was op een zaterdagochtend
De jongen werd wakker
Badend in het zweet
Deze ochtend, die hij nooit meer vergeet
Zijn vader ijsbeerde ongeduldig
Gaf hem een flinke klap op het hoofd
“Als jij ook maar een woord zegt”
De jongen zag de angst in zijn ogen
Hij kon zich niet beheersen
Hij begon te schreeuwen
Twee zusters kwamen de kamer binnen
“Mijn zoon is ziek, breng hem naar een psychiater”
Ze pakten hem beet, om hem te kalmeren
Zijn vader zei: “Ik pak zijn spullen, haal zijn kleren”
Hij liet hem gaan, zijn eigen bloed
Kan je begrijpen dat iemand zoiets doet?
Alleen hij moest er aan gelden
Hij had nog een zus en een broer ouder dan hij
Elke minuut dacht hij: “Waarom nou mij?”
Hoe kan er zoiets in je opkomen, hoe kan je zoiets doen
Zijn wangen zijn helemaal nat
Nat van de tranen die er vloeiden
Twee jaar zat hij daar vast
In een gesticht, een hel
Hij had niemand, wou niemand kennen
Toen hij eindelijk het pand mocht verlaten
Ging hij werken, kocht een huisje in de stad
Waar hij om vergiffenis bad
Nooit zal hij weten wat hij heeft misdaan
Nooit zal hij weten waarom zijn vader dit heeft gedaan
Die man, zijn vader, heeft 2 jaar geleden zelfmoord gepleegd
Onder een vrachtwagen gesprongen, van de weg geveegd
De pijn die elke dag versterkte
De pijn waardoor agressie niet meer werkte