Jouw hart
Als ik eenzaam en alleen, zit op een bed van hartstocht
Gemaakt in de vorm van een hart
Denk ik aan jou
Ver van me verwijderd
Ik voel je adem,
Hoor je hart kloppen
De kou trekt in me
De kou van de koudste winterdag,
Waarop ik werd geboren
De kou, komend van buiten,
Uit het te ver openstaande raam,
Ik merk het amper
Mijn tranen wellen op
En als zo vaak,
Verdrink ik mezelf in de vloed
Een dunne streep maanlicht,
Valt tussen de gordijnen door
En schijnt op de muur
Zo’n koude, heldere winternacht,
Maakt dat ik me gelukkig voel en toch koud,
Gruwelijk koud
En m’n hart is het enige
Dat nog warmte bezit
Zittend, alleen op een bed,
Gemaakt in de vorm van een hart,
Jouw hart