Ik zocht je en ik vond
waar jij me achtergelaten had
vol van alles wat niet mocht
dacht ik weer, gekwetst, aan jou
Met die hamer tussen de donder en de bliksem in
uit jij je onverhoop ineens vanaf een andere kant
en laat je, wederom, mijn hart zachtjes vallen
onbedoeld, ongewild - toch gebeurd - zei zij vol pijn