Een deel van mij is gestorven
Een deel van mij is dood
Dat deel van mij wat liefde gaf aan een ander
is niet meer
Liefde in de kiem gesmoord,
het levenslicht nog maar net aanschouwd
Vermoord door het vlijmscherpe mes
van vernedering en verraad.
Ik rouw om dat deel van mij wat gestorven is
En zoals ieder die rouwt vraag ik aan mezelf en aan god
Waarom ? Waarom zo bruut, waarom zoveel pijn
zoals bij ieder die rouwt is er boosheid, het verdriet
om zoveel onmacht, zoveel onrecht
zoals bij ieder die rouwt is er troost,
troost van een nieuwe liefde, een nieuw licht
De liefde voor mijzelf
Die zal mij niet vernederen, niet verraden.